vrijdag 4 september 2009

Kortverhaal: De Fantoomaap (4)

Het regent en ik wandel door de straten van Antwerpen. Ik draag een lange jas, in al mijn zakken heb ik spulletjes gestoken -ik zeg graag spulletjes - een portefeuille, een fles rum, een monopoly kaart, een foto van Madame Blavastky, een doosje wegwerpmesjes, een Raageshwari album en sleutels van een huis dat ik ooit in een droom zag. Ik ben al gewend geraakt aan het wezentje dat op mijn schouder woont. Ik kan het nog steeds niet zien, maar ik praat er mee.
Ik vraag: 'Wat geeft koffie die kick?'
Het antwoordt: 'Cafeïne natuurlijk. Cafeïne is trimethylxanthine. Het is een verslavende stimulerende drugs die hetzelfde effect op je hersenen heeft als amfetamines, cocaïne en heroïne.'
Ik vraag: 'Links afslaan?'
Het antwoordt: 'Nee, rechts. Vertrouw me maar.'
Ik vraag: 'Wat is een metafysische waan?'
Het antwoordt: 'Zoals bij dichters. Zij houden ervan om conventionele beelden uit te dagen en hun middel hiervoor is de metafysische waan. Deze waan is meestal een poëtisch idee, meestal een metafoor. Je kan het herkennen omdat het alles behalve conventioneel is. Meestal vind je dan een ongewone vergelijking als basis voor de metafoor. Als het werkt, als het goed gedaan is, dan merk je een vreemde gelijkenis op zodat je iets oud op een heel nieuwe manier kan zien plots.
Ik vraag: 'Zoals?'
Het antwoordt: 'Zoals de vergelijking die Donne maakte in 'A Valediction Forbidding Mourning', de minnaars die omschreven werden als de twee benen van een kompas, weet je nog?'
Ik fluister: 'If they be two, they are two so as stiff twin compasses are two. Thy soul, the fixed foot, makes no show to move, but doth if the other do.'
Ik vraag: 'Zou ik niet beter naar huis gaan?'
Het antwoordt: 'Waarom zou je ergens heen gaan waar je niet gewenst bent? De straat is waar je thuis hoort nu, de straat begrijpt je.'
Ik vraag: 'Maar waar ga ik heen?'
Het antwoordt: 'Je gaat naar waar ik zeg dat je gaat.'
Ik vraag: 'Wat was er gebeurd als ik links was gegaan?'
Het antwoordt: 'Dat doe je nooit.'
Een oude vrouw passeert me. Ze maakt vluchtig een kruisteken. Ik ben zeikend nat maar ik weiger ergens te gaan schuilen.
Het zegt: 'We zijn dichtbij,' en ik schrik als ik het huis van in mijn dromen zie, 'neem je sleutel, we gaan naar binnen.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten