woensdag 2 september 2009

Kortverhaal: Kot 316 (3)

Het is de derde dag dat we aan zee zitten. Ons vakantiehuisje ligt al in puin. Een bed is doorgezakt, de keukenkastjes zijn bijna allemaal uit de hengsels geslagen en het bad ligt vol lege bierblikjes, restjes pizza en sigarettenpeuken. Amber en Dries hebben nog steeds geen woord tegen elkaar gezegd. Amber zit vaak bij haar vrienden uit Oostende. Dries doet niets anders dan joints roken en videospelletjes spelen. Af en toe probeert hij mij te verleiden, maar ik heb er nooit zin in. Misschien komt het door Ben. Ik zit met Liesje op het terras naar de zee te kijken. We zijn nog niet eens tot aan het strand geraakt. Gisteren droomde ik dat Dries de stront van Amber opat.

'Zijn joints nog legaal,' vraagt Liesje.
'Ik denk het niet,' zeg ik.
'Maar ze waren toch legaal?'
'Nu niet meer.'
'Hoe komt dat?'
'Ik denk omdat rechts aan de macht is.'
'Is links niet aan de macht?'
'Maakt niet uit. Links, rechts, wie geeft er om?' Om mijn woorden kracht bij te zetten steek ik een joint op.
'Vind je het leuk hier?'
We zitten hier gewoon aan 75 euro per nacht niets te doen. We sterven nog liever in ons eigen vuil dan iets te ondernemen. We staan op rond vier uur 's middags, bestellen pizza, kijken naar het pornokanaal, eten pizza, roken wat joints, gooien ons afval in bad, kijken nog wat naar het pornokanaal en zuipen tot 's morgens. Dat doen we op de campus ook al. Het lijkt wel of heel mijn leven een leeg spookhuis is.
'Ja hoor, het is hier best leuk.'

Het is vier uur 's nachts. Amber heeft net gebeld om te zeggen dat ze niet kan langs komen vannacht, maar dat ze in Oostende blijft. Liesje heeft een hele fles Martini leeg gezopen en is in slaap gesukkeld. Af en toe mompelt ze iets, maar ik doe alsof ik haar niet hoor. Ik zit met Dries in de zetel een videospelletje te spelen. De bedoeling is dat we op elkaar jagen en dan de ander neerschieten. Ik laat mijn mannetje gewoon wat rond lopen tot Dries me neerschiet. Dan verschijn ik ergens anders in het spel en begin terug te lopen. Dries schiet me steeds sneller en sneller dood. Ik word er onrustig van. Ik leun achteruit tegen de zetel en sluit mijn ogen. Ik hoor Dries iets zeggen maar weet niet wat. Zijn hand wrijft over mijn been. Dries doet mijn broek open en schuift ze wat naar beneden. Ik voel hoe hij mijn slappe lul in zijn mond neemt. Als ik mijn ogen open, zie ik in mijn linkerhoek Liesje liggen. Haar ogen zijn geopend en op mij gericht. Ik laat Dries doen tot hij mijn lusteloosheid beu wordt en een sigaret opsteekt.
'Laten we naar het strand gaan,' zeg ik.

We zitten met drie op het strand. Dries heeft Liesje meegesleurd, hoewel ze amper op haar benen kan staan en heel te tijd zegt dat ze moet braken. Ik neem een slok van mijn halve liter Cara pils terwijl ik kijk hoe Dries Liesje uitkleedt. Ze giechelt. Ik denk niet dat ze weet waar ze is. Mijn gsm gaat af. Het is Amber
'Waar zitten jullie?'
'Op het strand,' zeg ik. Ik zie hoe Dries zijn broek opendoet en met zijn lul begint te spelen.
'Waarom zitten jullie nu in godsnaam op het strand?'
'Ik wilde de zee horen.' Dries ligt nu op Liesje en probeert haar te kussen. Ik kijk rond om te zien of er iemand in de buurt is.
'Luister, ik heb de sleutel nodig. Ik heb een kutavond achter de rug, en ik wil echt gaan slapen.'
'We komen direct, wacht gewoon even.' Ik hang op. Ik zie dat Dries moeite heeft om Liesje onder controle te houden, dus ik leun naar voren en kap mijn bier in haar mond terwijl ik haar neus dichthoud. Ergens vind ik het jammer van mijn bier, maar ik voel toch de behoefte om Dries te helpen. Ik kus haar op de mond en proef een mengeling van bier, sigaretten en braaksel. Ze kust terug en ik voel haar tong in mijn mond draaien. Dries is, zoals altijd, snel klaar. Hij trekt zijn broek op en wandelt richting zee. Ik draai Liesje op haar buik en probeer haar te laten braken. Het lukt haar moeiteloos. Op de dijk zie ik een oude man die naar ons staat te kijken. Liesje slaagt erin haar kleren bijeen te rapen en zich terug aan te kleden terwijl ik glimlachend toekijk hoe Dries het water omhoog trapt.

Wat later zit ik met Amber in de badkamer. Ik zit op de rand van het bad met een nieuwe Cara pils terwijl Amber op de wc zit. Tussen haar enkels hangt een kleine blauwe string. Liesje ligt alweer in bed, en Dries is een nachtwinkel gaan zoeken waar ze munttabak verkopen.
'Ik heb gezien hoe ze een jongen hebben doodgeklopt,' zegt Amber.
'Wie,' vraag ik.
'De jongen? Weet ik veel.'
'Nee, wie heeft die jongen doodgeklopt?'
'Twee vrienden van me uit Oostende. Hij schold ze uit en ze klopten hem gewoon dood op straat.' Ze neemt wat wc-papier en steekt haar hand tussen haar benen.
'Was er politie?'
'Nee, we waren al weg voor de politie er was.' Ze staat recht, trekt haar slip terug op en spoelt door.
'Gelukkig maar.' Ze gaat voor de spiegel staan en voor ze haar tanden begint te poetsen, zegt ze: 'Misschien is het tijd dat we morgen naar huis gaan.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten