woensdag 9 september 2009

Kortverhaal: De Fantoomaap (5)

Ik loop weg. Ik loop altijd weg. Ik loop terug in de straten, regen valt op me neer en ik probeer te vergeten dat het huis zelf maar bestaat. Ik weet dat ik een lafaard ben, maar ik kan daar niet alleen binnen gaan. De fantoomaap is, natuurlijk, kwaad op mij. Hij lijkt anders nu, minder transparant.

"Je lijkt anders," zeg ik. Hij knikt.
"Komt dat door mij?" Hij knikt weer.

We praten een paar minuten niet met elkaar. Ik ben gestopt met lopen en beginnen wandelen. Ik word wandelen beu en val op mijn knieën. In mijn jaszak voel ik de wegwerpmesjes. Ik denk erover om de fantoomaap in kleine apenstukjes te snijden.

De fantoomaap vraagt; "wil je weten wat er gebeurt als je sterft?" Deze keer knik ik.
"Wat de reden ook mag zijn, je lichamelijke functies stoppen met werken. Dit is wat ze klinisch dood noemen. Je hersenen daarentegen zijn het laatste deel van je lichaam dat de boeken neerlegt. Behalve als je hersenen worden ingeslagen natuurlijk, dan heb je gewoon pech. Dus, je hersenen zijn nog actief maar het ze hebben geen lichaam meer om te controleren. Als oplossing begin je te dromen tot ze uiteindelijk ook stilvallen. Deze laatste droomfase, ze duurt ongeveer drie minuten, is het leven na de dood. Snap je? Je hersenen, verveeld of in paniek, gooien alles wat ze nog hebben in het spel in de hoop dat je lichaam erop reageert. In die drie minuten ervaar je alles wat je ooit hebt meegemaakt. Als je weet dat een gemiddelde droom ongeveer dertig seconden duurt, is dat een eeuwigheid. Na deze drie minuten is alles afgelopen. Niets meer. Nada."

Ik laat de scheermesjes los en neem nog een slok rum. Ik kijk op en ben niet geheel verbaasd als ik het huis van mijn dromen terugzie. De deur staat nog open. Ik wandel door de hal (waar de ondode soldaat in de kast zit, klaar om me neer te schieten) en knuffel de harlekijn met de roze lippen die me beneden aan de trap staat op te wachten. We dansen tot in de woonkamer waar een mysterieuze man piano aan het spelen is. De bruid en de vampier klappen in hun handen. Ik lach en ze lachen allemaal mee. Wanneer de fantoomaap me een nieuwe vraag stelt, verdwijnen ze allemaal.

De fantoomaap vraagt; "waarom deed je de kast niet open?"

Ik merk dat de piano nog steeds speelt, hoewel de mysterieuze man verdwenen is. Al wat ik kan doen is naar de vaas met de naakte Apollo erop staren. Ik probeer me even voor te stellen dat Apollo naar me lacht, maar ik sluit mijn ogen en wacht tot de muziek stopt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten