donderdag 10 september 2009

Kortverhaal: Frühlingserwachen (3)

Ik stel me vaak een ander leven voor met Dorothea. Mijn lievelingsleven is waar ik een belangrijk zakenman ben terwijl Dorothea halftijds les geeft in het kleuteronderwijs en terwijl voor onze vier kinderen zorgt; Mathias, Ruben, Liesbeth en kleine Sofie die het syndroom van Down heeft. In dit leven noemt iedereen mij Meneer en Dorothea noemen ze Doortje. Uiteraard kunnen we in dit leven geen seks meer met elkaar hebben want Doortje vindt dat haar vagina te wijd geworden is na vier keer bevallen, dus ik hou er een minnares op na. Ze is een jonge gescheiden vrouw die het na drie maanden al beu is dat we nooit in het openbaar kunnen afspreken en me probeert te overtuigen zonder condoom met haar te vrijen.
“Hij is niet thuis.” Ik draai me op mijn buik en kijk nogmaals naar de vijver.
“Ik zie dat je brood gekocht hebt.” Dorothea legt zich op mijn rug en wrijft met haar hoofd tegen het mijne. Een zeldzaam teken van affectie.
“Voor de eendjes.”
Dorothea schat de afstand in tussen de ligweide en de vijver, maar zegt niets.
“Ik zag je al van ver liggen en stelde me voor dat je een lijk was met exact dezelfde kleren aan als jij. Had dat geen geweldig toeval geweest?”
Weer besluipt de gedachte me dat de oude man dood ergens in zijn huis ligt.
“Wil je samen de eendjes voeren?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten